Special Music Memories

In de loop der jaren zijn er speciale momenten geweest waarbij een bepaald nummer een blijvend herinnering heeft achtergelaten. Een herinnering waarbij je de eerste toon hoort, je weet welk nummer het is en je exact herinnert waar en wanneen het was en wat je toen deed. Ik heb hier een aantal nummers beschreven waarvan ik bijzondere herinneringen heb overgehouden. Hoewel de laatste in deze lijst van 1990 was wil niet zeggen dat er na die tijd geen bijzondere nummers geweest zijn maar hebben waarschijnlijk minder indruk op mij hebben gemaakt. Elke foto is een link naar het betreffend nummer, ben benieuwd wat je ervan vindt.

Roger Waters – The Wall – 1990

In 2022 was het 32 jaar geleden dat Roger Waters op het niemandsland tussen Oost- en West-Berlijn stond. Op het terrein tussen de Potsdamer Platz en de Brandenburger Tor voerde de voormalige Pink Floyd-bassist zijn magnum opus uit: The Wall. Daarmee loste Waters een oude belofte in: hij zou het meesterwerk nooit meer opvoeren, tenzij de Berlijnse Muur ten val zou komen. Toen de Muur eind 1989 inderdaad omviel, toog de zingende bassist naar Berlijn dat weer de Duitse hoofdstad was geworden na de val van de muur.

De show in Berlijn op 21 juli 1990 viel min of meer samen met het tienjarig jubileum van het album The Wall, dat in 1979 door Pink Floyd op de markt werd gebracht. Bijna een half miljoen mensen zagen de uitvoering van de rockopera: 350.000 mensen hadden een kaartje gekocht en nog eens 100.000 mensen zagen de show van een afstand. Met deze getallen werd The Wall – Live In Berlin het grootste concert met betalende bezoekers tot dan toe.

Samen met een goede vriend reisden wij af naar Berlijn om dit spektakel mee te maken. Wij arriveerden via Oost Berlijn wat op zich al een hele ervaring was. Na aankomst parkeerden wij de auto in een park en zette ons tentje op, intussen werd begonnen met de soundcheck. Het concert was echt geweldig, al met al een weekend om nooit te vergeten.

Mezzoforte ‎– Garden Party – 1982

Een geheel nieuwe sound, 100% instrumentaal. Het was de vierde album van Mezzoforte, een groep uit IJsland, met hun meest bekende nummer Garden Party waarmee de band in Europa doorbrak met slechts een hit. In IJsland verscheen het album als Mezzoforte 4. In Europa kwam het album als Surprise Surprise op de markt, voorzien van de cover van hun vorige album.

The Who – The Acid Queen – 1973

Tijdens de zomervakantie van 1973 (ik zat in militaire dienst van nov 72 – mei 1974), gingen mijn broer Peter en ik al liftend op vakantie naar Luxembourg. Na onze tent te hebben opgezet in Echternach verkenden wij de omgeving, bezochten de grotten en brachten veel tijd door op de terrasjes van de lokale cafés. Na ongeveer een week moesten we weer richting huis. Vanuit Echternach kregen wij een lift van een vent die ongeveer 30 geweest moest zijn. We reden in een Mercedes cabriolet die was voorzien van een 8-track stereo installatie. Op een gegeven moment speelde The Acid Queen van The Who. De combinatie van vrijheid, de wind die door mijn haren woei (ja ik had toen nog haar), de geur van de stickies die hij en mijn broer rookten en de muziek van The Who maakte het een geweldige beleving.

The Free – All Right Now – 1970

In de zomer van 1970 besloot ik te gaan backpacken naar Engeland. Had een advertentie gezien van een studenten organisatie om aardbeien te plukken in Eckles on Sea in Norfolk. Met een rugzak en tent, samen bijna evenveel wegend als ik zelf, vertrok ik naar Hoek van Holland om met de veerboot over te steken naar Harwich. Vandaar gelift naar Eckles on Sea. Na een aantal regenachtige dagen begon het me goed te vervelen, ik pakte de boel op en liftte naar Preston, niet ver van Blackpool. Daar woonde een kennis van mijn ouders. Een hit in die dagen was All Right Now van de band The Free. De mensen bij wie ik in huis was draaiden de plaat wel 30 keer per dag, leek wel of ze geen andere platen hadden. Het is om deze reden dat dit nummer mij altijd is bijgebleven.

That’s Soul 3 – Various Artists – 1968

In 1968 zat ik op de LTS Dominicus Savio, in die tijd was ik ook lid van de JF Kennedy drumband in Osdorp. Gedurende de periode dat ik bij de drumband zat, hadden wij regelmatig feestjes bij vrienden of bij ons thuis. Mijn favoriete muziek was toen Soul, en had al een flinke collectie opgebouwd. Toen het album “That’s Soul 3” in 1968 uit kwam, moest ik die natuurlijk ook hebben voor mijn verzameling. Het beste nummer van het album vond ik: Memphis Soul Stew van King Curtis. Ik heb het album nog steeds en hoewel de plaat inmiddels bijna grijs is gedraaid, staan de herinneringen nog scherp op mijn netvlies.

Keith West – Grocer Jack – 1967

Eerst klas LTS Dominicus Savio. Ik had een maatje, hij woonde in de Ferdinant Spitstraat. We reden dagelijks samen naar school en kwamen af en toe bij elkaar thuis. We vonden dit nummer toen helemaal geweldig. Waarom? Als ik het nu hoor weet ik het niet meer.

Beethoven – Pianoconcert No. 5

Het was in de 60er jaren dat ik voor het eerst klassiek muziek kreeg toegediend. Ik had in die jaren nogal veel last van migraine aanvallen, zo ernstig dat ik geen daglicht kon verdragen. Om mijn gemoedsrust te kalmeren draaide mijn moeder Beethovens Pianoconcert Nr. 5. Dit stuk is nog steeds een van mijn favoriete klassieke muziekstukken. Ik heb het van mijn moeder overgenomen, toen mijn dochtertje ziek en onrustig was draaide ik dit ook voor haar.

1973 – Luxembourg

Ook in militaire dienst heb je recht op vakantie, enige weken voor dat mijn vakantieperiode aanbrak kwam mijn broer Peter met het idee om samen te gaan kamperen. Dat was heel bijzonder om samen met je grote broer op vakantie te gaan. Al gauw werd besloten om voor een periode van een week liftend naar Luxemburg te gaan, om precies te zijn naar Echternach. Zo gezegd zo gedaan, met twee rugzakken gepakt en de tent en slaapzakken eraan vast gemaakt vertrokken wij vanuit ons ouderlijk huis in Osdorp. Over de reis ernaar toe kan ik me eigenlijk niet veel herinneren. Eenmaal aangekomen zetten wij de tent op, het was eigenlijk een tentje, Peter sliep met zijn voeten buiten de tent. We hebben in de omgeving wat rond gestruind en een aantal grotten bezocht.

The camping where Pete and I stayed for a couple of days in 1973

Al gauw was de week bijna om en moesten wij inpakken en weer op weg naar huis. Direct buiten de camping kregen wij een lift van een jonge man die in een Mercedes cabriolet reed. Peter zat voorin en ik met een grote glimlach op de achterbank. Het was prachtig en warm weer, de wind door de haren, het gaf allemaal een enorm vrij gevoel. Ik kan me nog goed herinneren dat de chauffeur een cassette afspeelde, het was een nummer die veel indruk maakte op mij namelijk Acid Queen van The Who’s rock opera Tommy. Na verschillende liften kwamen wij uiteindelijk aan in Brussel aan waar wij besloten bij een Sleep-Inn te overnachten en de volgende ochtend door te reizen naar Nederland. Van Brussel naar Rotterdam ging voorspoedig maar in Rotterdam wilde het niet lukken. Wij hebben enkele uren bij de oprit van de snelweg gestaan maar kwamen niet weg. Wij waren het helemaal zat en wilden naar huis. Er werd besloten met de trein te gaan maar hadden hiervoor geld, dus zouden wij gaan zwart rijden.

Mercedes caabriolet, exact zoals die waarmee wij een lift hadden gekregen.

Nadat wij onze strategie hadden besproken, voor het geval wij toch werden gecontroleerd, stapten wij in de trein. Naar Amsterdam zou toch een makkie moeten zijn, zover is dat nou ook weer niet. Wij hoorden de conducteurs signaal, de deuren sloten en de trein kwam in beweging.

Wij waren het station nog niet uit toen de conducteur de kaartjes kwam controleren. Wij hadden al tevoren afgesproken dat wij Engels zouden spreken, toeristen uit Engeland. Pete zei “jij hebt toch de kaartjes” waarop ik antwoorde, “nee die heb je in je portemonnee gedaan”. In zijn portemonnee zat een gat, Pete zei, “het lijkt erop dat ik de kaartjes verloren ben”. In Den Haag werden wij door de spoorwegpolitie naar een kantoor gebracht. Ze zaten toch wel een beetje met ons in de haren, wat te doen met twee lifters die geen geld hebben. Wij luisterden naar wat zij onderling bespraken maar uiteraard konden wij dat niet verstaan omdat wij Engels waren, iets wat in theorie klopte, wij hadden namelijk alle twee onze Engelse paspoorten bij ons.

Op een bepaald moment werd er geopperd dat zij ons op de nachtboot naar Engeland wilde zetten, en dat terwijl ik maandag mij weer moest melden voor militaire dienst. Zij vroegen of wij familie hadden in Nederland waarop wij antwoorden, ja in Amsterdam, daar waren wij juist op weg naar toe. Nadat onze ouders waren gebeld is pa op zijn brommer naar Amsterdam Centraal Station gereden om de kaartjes te betalen. Nadat dat was doorgegeven aan de spoorwegpolitie mochten wij onze weg vervolgen. De spoorwegpolitie vertelde nog wel dat onze pa had gezegd dat we die avond niet welkom waren, hij was een beetje boos omdat hij de hele dag hard had gewerkt met behangen en schilderen van de woonkamer. In Amsterdam gingen we een nachtje naar Peters vriend en de volgende dag keerde ik terug naar huis, op tijd om na het weekend terug te keren naar de kazerne! Wederom een vakantie om nooit te vergeten.

1971 – Botel Cruises NL

Niet lang na mijn terugkeer uit Engeland begon ik te werken als fijn metaalbewerker bij een klein fabriek aan de Bloemgracht in de Jordaan. Hoewel het interessant werk was, zag ik mezelf daar niet mijn hele leven werken. Ik realiseerde me dat er meer in het leven moet zijn dan ‘opgesloten’ te zitten in een fabriek. Ik had de drang naar iets met meer vrijheid en avontuur. In april 1971 ging ik op zoek naar iets anders en kwam uiteindelijk als afwasser bij Botel Cruises aan de Ruyterkade in Amsterdam terecht. Het werk was duidelijk niet spannend en zeker geen droombaan, maar de omgeving wel. Het kon me niet echt schelen wat voor een baan het was, ik had de drang naar verandering, meer van de wereld zien en mensen ontmoeten.

Ik kan me niet herinneren hoeveel rijncruises ik heb gemaakt op de Amsterdam, die waarschijnlijk het oudste schip was van de vloot van vier schepen die het bedrijf bezat. Hoogstwaarschijnlijk heb ik niet meer dan twee of drie cruises van Amsterdam naar Rüdesheim en terug gedaan. Het was een zevendaagse cruise maar het stoorde me niet, ik wilde gewoon weg en meer van de wereld zien, hoewel het maar een klein deel van Duitsland was. Het duurde niet lang voordat ik echt verliefd werd op een van de stewardessen, ze heette Jenny, en kwam uit Maastricht. Op een dag spraken we af dat we uit zouden gaan in Rüdesheim om de Drosselgasse te bezoeken. De Drosselgasse is een druk, smalle straatjes met tal van souvenirwinkels, bars, restaurants en terrassen.

Nadat ik klaar was met het afwassen van de borden, potten en pannen en de vloer had geboend, ging ik naar mijn hut om me om te kleden. Op het moment dat wij het schip wilden verlaten, werd ik tegengehouden door de chef-kok die zei dat de keukenvloer niet schoon genoeg was en dat ik het opnieuw moest doen. Natuurlijk baalde ik maar deed wat er van mij verwacht werd. We waren toen weer van plan om te gaan en ik kreeg te horen dat het niet schoon genoeg was en dat ik het opnieuw moest doen. Ik weigerde dit en verliet samen met Jenny het schip.

Later op de avond na terugkomst op het schip, stonden de manager, de chef-kok en de kapitein ons op te wachten. Ik kreeg te horen dat ik op staande voet was ontslagen omdat ik had geweigerd mijn werk te doen en dat ik de volgende ochtend het schip moest verlaten. Zonder geld op zak werd ik van het schip gezet. Ik stond op de steiger en zag het schip vertrekken voor de terugreis naar Amsterdam. Ik stond daar gewoon en vroeg me af wat er net gebeurde, hoe konden ze dat doen? Zonder geld achtergelaten in Duitsland. Ik begon te lopen en vond een plek waar ik stopte om mijn duim op te steken in de hoop op een lift. Een tiental ritten later kwam ik aan in Amsterdam.

De volgende dag ging ik terug naar het kantoor van Botel Cruises om te vertellen wat er was gebeurd. Ik vertelde de HR-manager ook dat ik voor het bedrijf wilde blijven werken, maar dit keer niet als afwasser maar als stuurman/matroos. Zijn antwoord was dat het zeer onwaarschijnlijk zou zijn om een dergelijk baan te vervullen zonder enige ervaring. Hij hervatte door te zeggen, als je enige ervaring zou hebben, zou hij serieus overwegen mij weer in dienst te nemen. Ik bedankte hem, liep naar de deur, draaide me om en zei, tot volgend jaar!

Ik ging direct naar huis en vertelde mijn ouders over mijn plannen. De weken daarna deed ik rustig aan en zocht naar advertenties waar matrozen werden gezocht. Op een dag kwam mijn vader bijzonder opgewekt thuis van zijn werk, hij had een advertentie gezien buiten een sleepbootbedrijf in Amsterdam, het bedrijf was op zoek was naar een leerling matroos. De volgende dag ging ik direct naar het bedrijf voor een interview en werd ter plekke aangenomen! Ik werd toegewezen aan een kapitein van een kleine sleepboot, we moesten zand vervoeren van nabij Pampus in het IJsselmeer. Het zand werd in een enorme bak geladen die we niet werden gesleept maar geduwd, en wel helemaal door Amsterdam, over het Nieuwe Meer naar Lijnden vlak bij Zwanenburg. Daar werden de duwbakken leeggemaakt en gebruikt om de dijk langs de Ringvaart te verhogen en te versterken.

In mei 1972, na een periode van 7 maanden, was de klus geklaard en zat mijn werk erop. Ik had kunnen blijven werken met Tjeerd, de schipper en eigenaar van de kleine sleepboot, maar ik had mijn zinnen gezet op de Rijn-cruiseschepen. Zodra ik mijn getuigschrift als stuurman/matroos had ontvangen ging gelijk naar Steiger 4 achter het Centraal Station waar het kantoor van Botel Cruises was. Ondanks het feit dat ik geen afspraak had, was de HR-manager dhr. de Graaf bereid mij te spreken. Met een grote glimlach op mijn gezicht gaf ik hem mijn getuigschrift dat ik nog geen 20 minuten geleden had ontvangen. Hij keek er een minuut of zo naar en keek me aan over zijn leesbril. Dus, wie ben jij en wat wil je, vroeg hij. Ik vertelde hem dat hij me had verteld dat als ik terug zou komen met ervaring als stuurman/matroos, hij zou overwegen om me in te huren op een van zijn schepen, dus hier ben ik. Zijn antwoord was, nou ja, je wilt dit echt doen, nietwaar!

Het werd stil op kantoor, na een minuut of zo vroeg hij, wanneer kun je beginnen? Mijn antwoord was, onmiddellijk… of is dat te vroeg zei ik. Nee, nee dat is prima; een van onze schepen komt uit Zaandam en is onderweg naar Volendam. Als je nu aan het einde van de steiger gaat wachten, kan je straks direct aan boord van de MS Holland. Het schip keert morgen terug en als de kapitein tevreden is met u en je werk, vertrekt je overmorgen voor een Rijncruise naar Straatsburg. Het is een 14-daagse cruise en zorg ervoor dat je niet opnieuw ontslagen wordt!

Dat jaar heb ik verschillende cruises gemaakt van Amsterdam naar Straatsburg en terug, ik weet niet precies hoeveel maar het moeten minstens 6 cruises van twee weken zijn geweest.

1970 – Eccles on Sea NL

Nadat ik in juni 1970 klaar was met school, besloot ik op vakantie te gaan voordat ik in oktober zou gaan werken. Ik had een advertentie gezien voor studenten om aardbeien te gaan plukken in Eccles on Sea in Norfolk, de combinatie van reizen en wat geld verdienen leek me een geweldig idee. De drang om te gaan reizen kwam hoogstwaarschijnlijk van mijn broer die aan het backpacken was door Europa; ook had mijn moeder enkele kostgangers uit Engeland, Wales en Denemarken met wie ze samenwerkte in het Hilton in Amsterdam. Deze kostgangers reisden ook door Europa, voornamelijk liftend. Hun verhalen klonken zo goed dat ik iets van dat avontuur wilde meemaken. Dus na veel discussie en het overtuigen van mijn moeder zijn we begonnen met het voorbereiden van mijn reis. Eerst had ik een paspoort nodig en omdat ik in Engeland geboren ben, was het meest voor de hand liggende om een ​​Brits paspoort aan te vragen. Daar ging ik met de foto’s naar het consulaat in Amsterdam. Toen moest ik mijn spullen bij elkaar zoeken. Het belangrijkste, een rugzak leende ik van mijn broer Pete, kocht een tweedehands tent, een slaapzak en andere benodigdheden voor een backpackreis.

Mijn moeder was er nog niet honderd procent van overtuigd dat liften een goed idee was en stelde voor om met het openbaar vervoer te gaan, aangezien ze me hiervoor extra geld gaven, zag ik geen reden om dit genereuze aanbod af te slaan. Eindelijk brak de dag aan, de overbelaste rugzak werd op tafel gezet en deed de banden over mijn schouders. Na de eerste stap naar voren te hebben gezet viel ik bijna achterover, de rugzak was zo zwaar, maar ik was cool en wilde het niemand laten merken en hield mezelf sterk. Na honderd keer beloofd te hebben dat ik voorzichtig zou zijn en dat ik om de zoveel dagen naar huis zou bellen, vertrok ik door de voordeur. Het eerste obstakel begon, ik liep de trap af vanuit onze flat op de derde verdieping, ik moest me aan beide kanten de leuningen zo stevig vasthouden om te voorkomen dat ik niet achterover viel, ik slaagde erin om zonder verwondingen naar beneden te komen. De straat op en naar de hoek gelopen, ik keek achterom en zag de hele familie op het balkon zwaaien en handkusjes gooien, zo goed bedoeld maar toen vond ik het zo gênant.

Veilig en wel aangekomen bij de bushalte en een kaartje naar Amsterdam Centraal Station gekocht. De dag dat ik mijn paspoort ging ophalen had ik ook mijn treinkaartje naar Hoek van Holland gekocht. Na aankomst bij de veerbootterminal stapte ik op de veerboot en vond ik een comfortabele plek waar ik me kon settelen voor de oversteek naar Harwich vanwaar ik de volgende ochtend een bus nam naar Eccles on Sea.

Na aankomst op de camping kreeg ik de locatie toegewezen om mijn tent op te zetten, ‘s avonds was er een introductie en uitleg van wat er van je werd verwacht. Klonk makkelijk, pak een leeg krat en vul het met rijpe aardbeien. Hoe meer kratten je vult, hoe meer je verdient. De eerste twee dagen gingen goed, het geld stroomde in mijn zak, dit terwijl ik me behoorlijk ziek begon te voelen na het eten van zoveel aardbeien, wat mocht, zolang je ze niet van de velden meenam.

Na drie dagen veel regen te hebben gehad, wat slecht is voor het plukken van de zoete vruchten, bleven de hele dag in de tent. De volgende dag was niet veel beter en de voorspelling was dat het de komende week niet zou veranderen! Ik hoorde een discussie tussen een paar andere studenten dat je een paar kilometer verderop aardappelen zou kunnen rooien, en dat het beter zou betalen dan de aardbeien. We verhuisden naar de aardappelboerderij en gingen in de stromende regen aan het werk.

Na weer een aantal dagen met hevige regen besloot ik te stoppen, de weersvoorspelling was gewoon te slecht om hier rond te blijven hangen. Een van de jongens tent had gelekt en had geen slaapplaats. Hij kwam uit Leeds en we konden het goed met elkaar vinden. We spraken af dat hij mijn tent mocht lenen en als hij thuiskwam zou hij hem terugsturen naar mij in Nederland. Ik was zo naïef en stemde in met dit voorstel. Natuurlijk is de tent nooit thuisgekomen, wat moeder helemaal niet leuk vond.

Van Eccles on Sea reisde ik een beetje zuidwaards naar Ipswich om mijn neef Alan en zijn vrouw Beryl op te zoeken. Ze waren erg gastvrij en werd geïnstalleerd in de logeerkamer aan de voorkant van het huis. Eerst pakte ik mijn rugzak uit en daarna waste Beryl mijn kleren waarvan de meeste kletsnat waren. Mijn broer en onze kostgangers leerden me dat het oprollen van kleren beter zou zijn dan ze op te vouwen, minder kreukels zeiden ze. Ik haalde mijn mooie appelgroene discopak dat ik had meegebracht uit de onderkant van de rugzak; mijn pak had ik onlangs gekocht speciaal voor de bruiloft van mijn broer. Na het kamperen van de afgelopen week had ik zin om me een avondje netjes op te kleden. Onnodig te zeggen dat het pak erg gekreukt was en dat het eerst geperst moest worden.

Helemaal schoon en in het pak gestoken liep ik de woonkamer in, mijn neef en zijn vrouw keken me aan alsof ze nog nooit iemand in het pak hadden gezien. Waar denk je heen te gaan, zei hij, je bent niet in Amsterdam! Ik antwoordde dat ik naar de lokale kroeg ging voor een paar biertjes. Na te zijn geadviseerd daar niet heen te gaan, zeker niet zo gekleed, besloot ik mijn kans te wagen. Ik herinner me nog goed toen ik de kroeg binnenkwam, het werd helemaal stil en alle ogen keken naar mij het was zo stil dat je een naald kon horen vallen. Het was een ruige bende, skinheads met zogenaamde bovver-laarzen. Een bovverlaars is een soort laars die in verband werd gebracht met geweld. Dergelijke laarzen hebben over het algemeen een stevig ontwerp en kunnen ook stalen neuzen hebben! Na sluitingstijd liep ik terug naar het huis van mijn neef, ze hadden duidelijk het ergste verwacht. Toen ik naar binnen ging, vroegen ze goed, hoe ging dat? Ik antwoordde dat ik een bal had, de hele nacht geen cent had uitgegeven. De jongens in de kroeg kochten pint na pint voor me, ik was voor de verandering de coole vent waardoor ik me geweldig voelde. Ze wilden alles weten over waar en hoe we in Nederland woonden en alles over Amsterdam! Het was echt een avond om nooit te vergeten.

Om mijn reis te financieren had ik echt meer geld nodig, dus de volgende dag nam mijn neef me mee naar een plaatselijk feesttentenbedrijf om te informeren naar een ​​baan. Ik geloof dat de naam van het bedrijf Rants and Jackal was. Ze waren gespecialiseerd in het opzetten van grote tenten voor evenementen. Ik bleef een paar dagen bij hen totdat ik genoeg geld op zak had om mijn reis voort te zetten. Ik besloot naar Preston te reizen om Hazel, een vriendin van mijn moeder, te zien. Ze woonde in Spring Gardens, aan de rand van Preston. Alan nam me mee naar de rand van de stad waar ik begon te liften, ik geloof dat ik een tiental ritten nodig had voordat ik op mijn bestemming in Preston aankwam, een afstand van ongeveer 400 km. Liften brengt risico’s met zich mee, een man kon zijn handen niet thuis houden, hij bleef constant mijn knie aanraken en mijn been strelen, na een tijdje realiseerde hij zich dat ik geen interesse had hij zette me af in het midden van nergens. Hoe dan ook, veilig en wel liep ik terug naar de hoofdweg en vervolgde mijn reis naar Preston.

Hazel was zeer verrast mij te zien; ze verwelkomde me en bood me een slaapplaats aan. De dagen erna was het één groot feest met veel verschillende mensen die in en uit liepen. De hele dag hebben we platen gedraaid en bier gedronken. Een plaat die keer op keer werd gedraaid was All Right Now van de band Free. Op een avond gingen we Ballroom Dancing in de Winter Gardens in Blackpool, ik zag er weer geweldig uit in mijn coole appelgroene pak!

Het was inmiddels alweer tijd om terug naar huis te gaan, ‘s ochtends, niet lang nadat ik Hazels huis had verlaten, kreeg ik een rechtstreekse rit van Preston naar Harwich, de chauffeur had nog nooit eerder een lifter meegenomen en was erg bezorgd over mijn welzijn. Het is te gevaarlijk om zo te reizen zei hij, ik ga ook naar Harwich en zal je helemaal meenemen. Ik had zoveel geluk! Tijdens de reis stopten we verschillende keren en elke keer kocht hij eten en drinken voor me, dat alles zonder bijbedoelingen, gewoon een vriendelijke kerel. Ik checkte in op de veerboot en keek ernaar uit om de volgende dag thuis te zijn.