Category Archives: – 1973 – Luxembourg – NL

1973 – Luxembourg

Ook in militaire dienst heb je recht op vakantie, enige weken voor dat mijn vakantieperiode aanbrak kwam mijn broer Peter met het idee om samen te gaan kamperen. Dat was heel bijzonder om samen met je grote broer op vakantie te gaan. Al gauw werd besloten om voor een periode van een week liftend naar Luxemburg te gaan, om precies te zijn naar Echternach. Zo gezegd zo gedaan, met twee rugzakken gepakt en de tent en slaapzakken eraan vast gemaakt vertrokken wij vanuit ons ouderlijk huis in Osdorp. Over de reis ernaar toe kan ik me eigenlijk niet veel herinneren. Eenmaal aangekomen zetten wij de tent op, het was eigenlijk een tentje, Peter sliep met zijn voeten buiten de tent. We hebben in de omgeving wat rond gestruind en een aantal grotten bezocht.

The camping where Pete and I stayed for a couple of days in 1973

Al gauw was de week bijna om en moesten wij inpakken en weer op weg naar huis. Direct buiten de camping kregen wij een lift van een jonge man die in een Mercedes cabriolet reed. Peter zat voorin en ik met een grote glimlach op de achterbank. Het was prachtig en warm weer, de wind door de haren, het gaf allemaal een enorm vrij gevoel. Ik kan me nog goed herinneren dat de chauffeur een cassette afspeelde, het was een nummer die veel indruk maakte op mij namelijk Acid Queen van The Who’s rock opera Tommy. Na verschillende liften kwamen wij uiteindelijk aan in Brussel aan waar wij besloten bij een Sleep-Inn te overnachten en de volgende ochtend door te reizen naar Nederland. Van Brussel naar Rotterdam ging voorspoedig maar in Rotterdam wilde het niet lukken. Wij hebben enkele uren bij de oprit van de snelweg gestaan maar kwamen niet weg. Wij waren het helemaal zat en wilden naar huis. Er werd besloten met de trein te gaan maar hadden hiervoor geld, dus zouden wij gaan zwart rijden.

Mercedes caabriolet, exact zoals die waarmee wij een lift hadden gekregen.

Nadat wij onze strategie hadden besproken, voor het geval wij toch werden gecontroleerd, stapten wij in de trein. Naar Amsterdam zou toch een makkie moeten zijn, zover is dat nou ook weer niet. Wij hoorden de conducteurs signaal, de deuren sloten en de trein kwam in beweging.

Wij waren het station nog niet uit toen de conducteur de kaartjes kwam controleren. Wij hadden al tevoren afgesproken dat wij Engels zouden spreken, toeristen uit Engeland. Pete zei “jij hebt toch de kaartjes” waarop ik antwoorde, “nee die heb je in je portemonnee gedaan”. In zijn portemonnee zat een gat, Pete zei, “het lijkt erop dat ik de kaartjes verloren ben”. In Den Haag werden wij door de spoorwegpolitie naar een kantoor gebracht. Ze zaten toch wel een beetje met ons in de haren, wat te doen met twee lifters die geen geld hebben. Wij luisterden naar wat zij onderling bespraken maar uiteraard konden wij dat niet verstaan omdat wij Engels waren, iets wat in theorie klopte, wij hadden namelijk alle twee onze Engelse paspoorten bij ons.

Op een bepaald moment werd er geopperd dat zij ons op de nachtboot naar Engeland wilde zetten, en dat terwijl ik maandag mij weer moest melden voor militaire dienst. Zij vroegen of wij familie hadden in Nederland waarop wij antwoorden, ja in Amsterdam, daar waren wij juist op weg naar toe. Nadat onze ouders waren gebeld is pa op zijn brommer naar Amsterdam Centraal Station gereden om de kaartjes te betalen. Nadat dat was doorgegeven aan de spoorwegpolitie mochten wij onze weg vervolgen. De spoorwegpolitie vertelde nog wel dat onze pa had gezegd dat we die avond niet welkom waren, hij was een beetje boos omdat hij de hele dag hard had gewerkt met behangen en schilderen van de woonkamer. In Amsterdam gingen we een nachtje naar Peters vriend en de volgende dag keerde ik terug naar huis, op tijd om na het weekend terug te keren naar de kazerne! Wederom een vakantie om nooit te vergeten.